Oude vrouwtjes

Het was een heel oude dame, die op de Oude Middelhorst kromgebogen naast haar fiets liep. Voetje voor voetje schuifelde ze voort. Niet over de stoep, maar over de straat door de afgevallen bladeren, terwijl de auto’s en fietsen haar inhaalden. Vlak langs de stoep, in de richting van het spoor.

Terwijl ik haar inhaalde, keek ik opzij om te zien of ze misschien een lekke band had. In dat geval zou ik… zou ik… Wat zou ik moeten doen? Haar achterop nemen? Fiets aan de hand? Met haar meelopen?

Gelukkig. Géén lekke band. Ik was al voorbij, sprintte de spoorlijn over en ging rechtsaf, het kleine paadje langs het spoor in.
Arm vrouwtje.
Arm, eenzaam vrouwtje. Misschien was haar ketting er wel af.
Ach, dacht ik, ach, dat daar mijn oude moeder liep.
Bemoei je er niet mee, gek mens. Die mevrouw is gewoon een beetje aan het wandelen, met de fiets aan de hand. Haar boodschappen zijn zeker te zwaar.
Ik protesteerde wat ik kon, maar er was geen redden aan. Ik moest en zou weer zo nodig oude vrouwtjes helpen. De bellen begonnen te rinkelen, de spoorbomen zakten naar beneden. Ik wachtte tot de trein voorbij was, 44 wagons lang.

Daar kwam ze aan. Daar liep ze. Voetje voor voetje. Over de spoorbaan. Ik keerde, en reed naar haar toe. En botste bijna tegen haar op, want ze was ineens gestopt. Midden op de weg.
Ze stapte op haar zadel, en zoefde weg. De helling af.

Wegpiraat.

 

 

Corien Oranje

delen

Recommended Posts