Dorst?!

Dorst?!

Het is nog lang geen hartje zomer, de mussen vallen niet van het dak en de airco draait geen overuren. De tuin hoeft niet gesproeid, je mag al blij zijn als je weer een krokus of sneeuwklokje uit de grond ziet komen. En er staat al helemaal geen opblaaszwembadje klaar.

Toch dorst?

Wat kun je  weer verlangen naar die warme lentezon en het eerste kopje thee in de tuin. Ik wel.
Je krijgt de tuin-opruim-kriebels als de dagen weer lengen en de eerste knoppen zichtbaar worden.
Om over de zingende merel  ‘s morgens nog maar te zwijgen.
Verlangen ook naar licht, na het eten nog een eindje fietsen of even naar het meer om de zon onder te zien gaan.

Dorst, verlangen.

Er staan zoveel veel mooie woorden in de Bijbel.
Psalm 42 bijvoorbeeld: als een hert dat verlangt naar water, zo verlangt mijn ziel naar U.
Johannes 4: Jezus spreekt met de Samaritaanse vrouw en belooft haar levend water, om nooit meer dorst te krijgen.

Samen met veel christenen uit verschillende kerken in Haren hebben we daarover gesproken en gezongen in de Dorpskerk  in januari. Een gebedsontmoeting met een groot verlangen om samen te bidden en om voor elkaar te bidden als kerken. En dat mochten we doen. Gods Geest werkt in Haren.

De zomerjas hangt nog niet aan de kapstok, de houtkachel staat ‘s avonds nog aan, maar ik ben al dorstig: naar meer van Gods Geest.

Het bruist van leven in Gods rivier;
wie daarvan drinken,
verheugen zich hier.
En ben je eens in die stroom geweest,
dan blijf je dorstig
naar meer van Gods Geest.

(Uit: opwekking 459)

Anita Helder

delen

Recommended Posts