Ode aan een schaap met vijf poten

Een gemeente wordt in de bijbel vaak vergeleken met een kudde schapen.
In onze kudde bevinden zich heel veel verschillende schapen: Kleine en grote schapen,
oude en jonge en ook vast wel een paar zwarte schapen. Er is bij ons in ieder geval één
schaap dat er echt uitspringt. Dat is het schaap met de vijf poten. Maar weet je wat nou zo
raar is? Veel van de andere schapen verwachten dat het schaap met de vijf poten er
minstens zeven heeft. Terwijl ze zelf misschien alleen maar achter in de kudde wat staan
te blaten.

Ons schaap met vijf poten is een heel bijzonder schaap. Je kunt het zo gek niet bedenken
of hij doet het. Hij maakt regelmatig de stal schoon. Hij zorgt op speciale dagen voor voer
en drinken voor de andere schapen. Hij staat altijd klaar om een luisterend oor te zijn voor
ieder schaap die dat nodig heeft. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
We zijn toch enorm gezegend met zo’n schaap.

Weet het schaap dat zelf ook? Of vinden wij het heel vanzelfsprekend dat we zo’n pracht
exemplaar in ons midden hebben? En laten we hem nooit weten hoe blij we daar mee
zijn?

Eigenlijk zijn we best een raar stelletje schapen bij elkaar. Als alles goed gaat en we
krijgen op tijd ons natje en ons droogje en we hebben het naar onze zin, dan liggen we
vredig te herkauwen en zeggen we verder niet veel. Maar als er ook maar iets niet naar
onze zin is, blaten we de hele boel bij elkaar zodat het van heinde en verre te horen is.
We kunnen best wel eens wat vaker vanuit ons eigen stukje veilige wei naar het schaap
met de vijf poten toe lopen en hem vertellen hoe blij we met hem zijn. En dat we echt niet
verwachten dat hij zeven poten heeft. We weten allemaal wel wie het is. Laten we hem in
ere houden en vriendelijk blaten. Laat je maar horen.

Tineke Postma

delen

Recommended Posts